top of page

Weerwoordenboek

A

Aurora Borealis/Australis: lichtspel aan de hemel dat optreedt wanneer geladen deeltjes van de zon de aardse atmosfeer binnendringen en reageren met gassen in de atmosfeer, zoals zuurstof en stikstof.

E

Equinox: een astronomisch fenomeen dat plaatsvindt wanneer de zon loodrecht boven de evenaar staat, wat resulteert in ongeveer gelijke dag- en nachtlengtes over de hele wereld. Er zijn twee equinoxen in een jaar: de lenteequinox en de herfstequinox.

R

Regen: neerslag die valt in de vorm van waterdruppels groter dan 0.5mm. Neerslaghoeveelheden worden uitgedrukt in millimeter of liter per vierkante meter.

S

Sneeuw: neerslag in de vorm van ijskristallen die uit bevroren waterdamp in de lucht ontstaan. Sneeuwvlokken bestaan uit ijskristallen die aan elkaar plakken terwijl ze door de lucht zweven en uiteindelijk neerdalen.

Stralingswarmte: Stralingswarmte is een vorm van warmte die wordt overgedragen door energiegolven. Warmte-energie in de vorm van straling beweegt altijd van een heet oppervlak naar een koeler oppervlak. Een voorbeeld van stralingswarmte is de warmte die we voelen van de zon.

T

Tornado: een verticaal roterende luchtkolom, gekoppeld aan een (onweers)bui. Start vaak als een funnel, maar vooral de rotatie op de grond is van belang om als tornado benoemd te kunnen worden. Op lokale schaal één van de meest verwoestende weersverschijnselen die we kennen.

W

Wolk: Een wolk is een verzameling van minuscule waterdruppeltjes of ijskristallen die zweven in de lucht. Deze kleine waterdruppeltjes of ijskristallen condenseren rond kleine deeltjes, zoals stof of zoutkristallen, in de atmosfeer. Wolken kunnen verschillende vormen, maten en hoogten hebben, en ze spelen een belangrijke rol in het weer en het klimaat.

bottom of page